Voor de verandering zei hij geen "it sil heve", mar "it giet oan!" Live op de tv. Dat zijn nu de weinige woorden die in heel Nederland gesproken kunnen worden, tot Zuid-Limburg aan toe. Als Fries heb ik die vaak gehoord, nu nog steeds tijdens mijn eerste maanden bij idverde, buiten Friesland.
Het ijs was al dik genoeg geweest om leuke toertochten te maken. Ik heb met mijn moeder, de leermeester in ons gezin, en mijn zussen vele kilometers geschaatst op het open water op mijn eerste noren met een stevige schoen vanwege mijn slappe enkels. Samen hebben we een paar stukken van de Elfstedenroute afgelegd. Schaatsen op de schuimkoppen (10 cm hoge golfjes!) van de Fluessen, ploeteren op het sneeuwijs van de Dokkumer Ee en opzij geblazen worden op het zwarte spiegelijs van de Slotermeer met dwars over het midden metershoog kistwerk. Voor het eerst zag ik tot bezemwagen verbouwde lelijke eendjes op het ijs rijden om de banen schoon te maken!
Op die bewuste dag stond ik om zeven uur 's ochtends op het ijs om de eerste toerrijders te verwelkomen die achterop de laatste wedstrijdschaatsers reden. Het was donker en ijskoud, maar daar kon je je op kleden. De rest van die dag zijn we met z'n allen in de auto door Friesland gecrosst om de schaatsers op verschillende plekken langs de route aan te kunnen moedigen. De sfeer was overal uitgelaten en gezellig. Het was een hele happening en iedereen vierde feest.
Hopen
Friezen verzuchten zich elke keer weer als Matthijs van Nieuwkerk en andere presentatoren, net als 'al die mensen uit het westen' is de gedachte, bij een halve graad vorst vraagt of er een Elfstedentocht kan komen dat seizoen. Nee, die komt er pas als het een week lang min tien is geweest… overdag.
Toch kriebelt het steeds weer als de voorspellingen koud weer opleveren. Niet om een Elfstedentocht, maar om te kunnen schaatsen op natuurijs. We hebben de afgelopen jaren toch nog regelmatig op 'it bûtenwetter' kunnen schaatsen.
Bij strenge vorst is er toch altijd nog weer even contact met Friesland over hoe het ijs erbij ligt en of het iets is om een weekendje te komen of om er vrije dagen voor op te gaan nemen. De winter is nu nog jong. De koudste periode is in januari en februari. De meeste Elfstedentochten zijn ook in die maanden gereden. Stiekem is er bij elke Fries nog wel een sprankje hoop op de komst van een volgende Tocht.
Herinneren
Vanochtend (3 januari) las ik in het Friesch Dagblad een leuk artikel over het weer wat tot die elfstedentocht heeft geleid. Het is een deel uit een reeks artikelen over de Tocht der Tochten. Deze was geschreven door Jan Ybema, zoon(?) van mijn aardrijkskundedocent Klaas Ybema, die ook weerman blijkt te zijn. Toen was hij, ik kreeg die indruk, een fan van het Lötschental in Zwitserland en heeft hij mij daar helemaal warm voor gedraaid. Die zomer zomer zouden we namelijk voor het eerst naar Zwitserland op vakantie gaan.
In de eerste jaren na 4 januari 1997 heb ik er wel eens aan gedacht om me in te schrijven bij de Koninklijke Vereniging de Friesche Elfsteden, maar heb dit uiteindelijk nog steeds niet gedaan. Vooral ook omdat de winters zachter worden en de ijsdagen sporadischer.
De schaatswinters zijn minder geworden. De laatste jaren, eigenlijk sinds ik in de Randstad woon, mag ik blij zijn met elke streek die ik op natuurijs kan maken. Vooral ook omdat de ijsdagen in Friesland de laatste jaren, lekker handig, vaak op werkdagen vallen.
Ik ben daardoor meer afhankelijk van kunstijsbanen. De ijsbaan in Haarlem heeft prutijs, doordat het ijs bereden wordt als het nog niet droog is. Daar rijdt ik als het niet anders kan. Thialf is te druk en daar schaatsen de 'snelle jongens'. Daar is niks aan, want die schreeuwen alleen maar om je weg te jagen als je net lekker in je slag zit. Ik ben de afgelopen jaren dus wel vaak in de Elfstedenhal in Leeuwarden geweest. Rustiger ijs, in een nette hal, die goed bereikbaar is, ook met het openbaar vervoer.
Minder ijsdagen en afhankelijkheid van kunstijs is toch een gevolg van het veranderende klimaat. Het temperen van deze verandering is iets wat me persoonlijk en professioneel als landschapsarchitect en verkeerskundige dagelijks bezig houdt. Het belangrijkste is minderen in consumptie, zorgen dat je impact beperkt is. Dit betekent wel dat ik als openbaar vervoer fanaat minder snel in Friesland kan komen, als er wel ijs ligt.
Morgen is het 25 jaar geleden dat de Tocht der Tochten is gereden, de tv zal bol staan van de herinneringen. De NOS zendt elk uur een Elfstedenjournaal uit. Het is goed om te herinneren aan de Tochten die zijn geweest, maar eigenlijk zitten we nu in een échte Tocht der Tochten: ons aanpassen aan het veranderende klimaat.
Wilskracht, inzet, doorzettingsvermogen en samenwerking
Het is belangrijk om vooruit te blijven kijken op basis van een herinnering aan het verleden. Laten we daarom vooral ons met z'n allen inzetten om deze Tocht der Tochten waarin we nu zitten te volbrengen. Met de wilskracht, inzet en doorzettingsvermogen van al die schaatsers die de tocht hebben gereden en al dan niet volbracht en de samenwerking van de winnaars van de tocht van 1940, zodat er in de toekomst misschien nog een Elfstedentocht geschaatst kan worden in de winter, in plaats van alleen maar gefietst.