We ‍waren ‍bezig ‍met ‍het ‍opstellen ‍van ‍een ‍verkeersbesluit ‍voor ‍een ‍maatregel ‍die ‍niet ‍helemaal ‍paste ‍binnen ‍wat ‍de ‍ASVV ‍beschrijft.
‍Als ‍start ‍gaf ‍ik ‍aan ‍dat ‍we ‍het ‍in ‍het ‍verkeersbesluit ‍niet ‍moesten ‍hebben ‍over ‍richtlijnen ‍van ‍het ‍ASVV, ‍maar ‍over ‍aanbevelingen. ‍Beide ‍heren ‍waren ‍het ‍hiermee ‍niet ‍eens. ‍De ‍brigadier ‍gaf ‍aan:
‍"De ‍ASVV ‍is ‍een ‍richtlijn ‍van ‍pagina ‍1 ‍tot ‍en ‍met ‍pagina ‍1208."
‍Als ‍reactie ‍daarop ‍gaf ‍ik ‍aan ‍dat ‍de ‍ASVV ‍zelf ‍ook ‍aangeeft ‍dat ‍er ‍een ‍nuanceverschil ‍zit ‍tussen ‍ieder ‍artikel. ‍Daarover ‍zouden ‍we ‍het ‍niet ‍eens ‍worden. ‍Wel ‍werden ‍we ‍het ‍erover ‍eens ‍dat ‍de ‍ASVV ‍gebaseerd ‍is ‍op ‍grondig ‍onderzoek ‍en ‍dat ‍het ‍aan ‍te ‍raden ‍is ‍om ‍hem ‍als ‍uitgangspunt ‍te ‍gebruiken.
‍CROW ‍2.0: ‍Geen ‍richtlijn, ‍maar ‍een ‍aanbeveling
‍Aanbevelingen ‍voor ‍verkeersvoorzieningen ‍binnen ‍de ‍bebouwde ‍kom. ‍Zo ‍heet ‍de ‍ASVV ‍sinds ‍1988. ‍Vanwege ‍de ‍vertrouwde ‍klank ‍heeft ‍het ‍CROW ‍de ‍titel ‍ASVV ‍(aanbevelingen ‍stedelijke ‍verkeersvoorzieningen) ‍aangehouden. ‍Blijft ‍dat ‍in ‍de ‍titel ‍de ‍term ‍aanbevelingen ‍is ‍gebruikt. ‍In ‍de ‍begripsbepaling ‍van ‍de ‍ASVV2012 ‍staat ‍dat ‍deze ‍term ‍aangeeft ‍welk ‍karakter ‍de ‍publicatie ‍in ‍hoofdzaak ‍heeft ‍en ‍dat ‍de ‍term ‍ruim ‍moet ‍worden ‍geïnterpreteerd.
‍"De ‍geboden ‍informatie ‍kan ‍variëren ‍van ‍een ‍wet ‍of ‍voorschrift ‍die/dat ‍moet ‍worden ‍gevolgd, ‍tot ‍een ‍mogelijkheid ‍waarover ‍maar ‍weinig ‍zekerheid ‍bestaat ‍dat ‍de ‍uitwerking ‍ervan ‍gunstig ‍is." ‍(Bron: ‍ASVV ‍2012, ‍CROW)
‍In ‍de ‍leeswijzer ‍wordt ‍dit ‍toegelicht. ‍Daaruit ‍blijkt ‍dat ‍een ‍voorschrift ‍(5 ‍gevulde ‍bolletjes) ‍een ‍harde ‍regel ‍is ‍die ‍gevolgd ‍moet ‍worden. ‍Een ‍richtlijn ‍heeft ‍4 ‍gevulde ‍bolletjes, ‍een ‍aanbeveling ‍3, ‍een ‍suggestie ‍2 ‍en ‍een ‍mogelijkheid ‍1 ‍gevuld ‍bolletje.

Voorbeelden ‍van ‍pagina's ‍uit ‍de ‍ASVV2012 ‍met ‍de ‍mate ‍van ‍hardheid. ‍(bron: ‍‍www.crow.nl)

‍Open ‍het ‍fort
‍Het ‍is ‍belangrijk ‍dat ‍verkeerskundigen, ‍stedenbouwkundigen ‍en ‍landschapsarchitecten ‍met ‍elkaar ‍in ‍gesprek ‍blijven ‍over ‍de ‍inrichting ‍van ‍de ‍openbare ‍ruimte. ‍Dit ‍is ‍soms ‍wel ‍lastig, ‍omdat ‍ieder ‍van ‍deze ‍vakgebieden ‍een ‍eigen ‍woordenboek ‍heeft. ‍Elkaars ‍taal ‍leren ‍kennen ‍is ‍daarom ‍ook ‍erg ‍belangrijk. ‍Daarvoor ‍moet ‍je ‍open ‍staan ‍voor ‍de ‍inbreng ‍van ‍een ‍ander ‍vakgebied.
‍Ontwerpers ‍van ‍de ‍openbare ‍ruimte ‍ergeren ‍zich ‍vaak ‍aan ‍verkeerskundigen ‍die ‍gooien ‍met ‍de ‍term ‍'CROW-richtlijnen'. ‍Daarmee ‍wordt ‍direct ‍de ‍deur ‍dicht ‍gegooid ‍voor ‍een ‍gesprek ‍over ‍de ‍inrichting ‍van ‍de ‍openbare ‍ruimte.
‍Erkennen ‍dat ‍niet ‍alles ‍wat ‍het ‍CROW ‍zegt ‍een ‍richtlijn ‍is ‍een ‍goed ‍begin. ‍Het ‍CROW ‍geeft ‍dit ‍zelf ‍ook ‍toe. ‍In ‍de ‍vraag ‍en ‍antwoord ‍afdeling ‍op ‍de ‍website ‍staat ‍dit ‍ook ‍beschreven:
‍"Zijn ‍de ‍CROW-richtlijnen ‍bindend? ‍Antwoord: ‍In ‍principe ‍zijn ‍de ‍richtlijnen ‍van ‍CROW ‍niet ‍bindend. ‍Op ‍het ‍moment ‍dat ‍in ‍regelgeving ‍of ‍beleidsnota's ‍wordt ‍verwezen ‍naar ‍de ‍CROW-publicaties, ‍zijn ‍ze ‍bindend." ‍(Bron: ‍‍www.crow.nl)
‍De ‍term ‍"richtlijn" ‍past ‍daarmee ‍eigenlijk ‍niet ‍bij ‍de ‍meeste ‍CROW-publicaties, ‍waaronder ‍de ‍ASVV. ‍In ‍de ‍ASVV ‍wordt ‍een ‍richtlijn ‍(4 ‍bolletjes) ‍gedefinieerd ‍als ‍een ‍regel ‍waarvan ‍men ‍gemotiveerd ‍mag ‍afwijken.
‍"Er ‍bestaat ‍jurisprudentie ‍waarbij ‍in ‍de ‍uitspraak ‍wordt ‍verwezen ‍naar ‍CROW-publicaties. ‍Kern ‍van ‍deze ‍uitspraken ‍is ‍dat ‍wegbeheerders ‍mogen ‍afwijken ‍van ‍de ‍richtlijnen, ‍maar ‍dat ‍daarvoor ‍een ‍goede ‍motivering ‍en ‍afweging ‍van ‍belangen ‍nodig ‍is." ‍(Bron: ‍‍www.crow.nl)
‍Met ‍de ‍term ‍richtlijn ‍worden ‍de ‍meeste ‍publicaties ‍te ‍zwaar ‍aangezet. ‍Het ‍gaat ‍immers ‍meestal ‍niet ‍om ‍richtlijnen.
‍Dit ‍sterke ‍aanzetten ‍van ‍publicaties ‍leidt ‍tot ‍ergernis ‍binnen ‍andere ‍vakgebieden. ‍Hiermee ‍wordt ‍eigenlijk ‍een ‍kasteel ‍nergezet, ‍een ‍fort ‍waar ‍de ‍verkeerskundige ‍alleenheerser ‍is.
‍Dit ‍stimuleert ‍niet ‍bepaald ‍een ‍integrale ‍manier ‍van ‍werken. ‍Het ‍is ‍nodig ‍om ‍de ‍poorten ‍van ‍het ‍verkeerskundige ‍fort ‍te ‍openen ‍en ‍andere ‍vakgebieden ‍toe ‍te ‍laten ‍om ‍met ‍ze ‍in ‍gesprek ‍te ‍kunnen ‍gaan. ‍Net ‍zoals ‍met ‍kastelen ‍tijdens ‍de ‍Renaissance ‍gebeurde ‍en ‍met ‍stellingen ‍om ‍steden ‍in ‍de ‍19e ‍eeuw.
‍ASVV ‍2.0: ‍Geen ‍richtlijnen, ‍maar ‍ontwerpprincipes
‍Vanaf ‍hoofdstuk ‍10 ‍adviseert ‍de ‍ASVV ‍2012 ‍over ‍het ‍inrichten ‍van ‍de ‍openbare ‍ruimte. ‍Bij ‍de ‍meeste ‍artikelen ‍wordt ‍met ‍de ‍eerder ‍genoemde ‍bolletjes ‍de ‍status ‍van ‍het ‍artikel ‍aangeduid. ‍Meestal ‍gaat ‍het ‍niet ‍om ‍richtlijnen. ‍Hier ‍ligt ‍een ‍kans ‍op ‍toenadering ‍tussen ‍verkeerskundigen, ‍stedenbouwkundigen ‍en ‍landschapsarchitecten.
‍Verkeerskundigen ‍noemen ‍deze ‍artikelen, ‍net ‍als ‍alles ‍van ‍het ‍CROW, ‍richtlijnen. ‍Stedenbouwkundigen ‍en ‍landschapsarchitecten ‍zouden ‍spreken ‍van ‍ontwerpprincipes. ‍Eigenlijk ‍zou ‍dit ‍deel ‍van ‍de ‍ASVV
‍"ontwerpprincipes ‍voor ‍de ‍inrichting ‍van ‍de ‍openbare ‍ruimte"
‍moeten ‍gaan ‍heten.
‍Die ‍zijn ‍mooi ‍onderverdeeld ‍naar ‍de ‍functie ‍van ‍de ‍weg: ‍Stroomweg, ‍Gebiedsontsluitingsweg ‍en ‍Erftoegangsweg. ‍Ieder ‍met ‍een ‍eigen ‍inrichtingsvorm, ‍weergegeven ‍in ‍profielen.
‍Bij ‍Stroomwegen ‍en ‍Gebiedsontsluitingswegen ‍is ‍verkeer ‍vaak ‍sturend. ‍Erftoegangswegen ‍zijn ‍een ‍ander ‍verhaal. ‍Dit ‍zijn ‍de ‍woonstraten. ‍Hier ‍is ‍verblijven ‍en ‍dus ‍het ‍verblijfsklimaat ‍belangrijk. ‍Ruimtelijke ‍kwaliteit ‍is ‍van ‍belang.
‍Shared ‍Space
‍Een ‍Shared ‍Space ‍inrichting ‍richt ‍zich ‍op ‍de ‍ruimtelijke ‍kwaliteit. ‍In ‍CROW-publicatie ‍303 ‍concludeert ‍het ‍CROW ‍dat ‍een ‍Shared ‍Space ‍inrichting ‍past ‍bij ‍een ‍Erftoegangsweg.
‍Een ‍Shared ‍Space ‍inrichting ‍kent ‍vaak ‍geen ‍rijbaan ‍of ‍trottoir. ‍Bij ‍het ‍ontwerp ‍van ‍een ‍Shared ‍Space ‍inrichting ‍moeten ‍de ‍profielen ‍van ‍een ‍Erftoegangsweg ‍geïnterpreteerd ‍worden. ‍Eigenlijk ‍heb ‍je ‍bij ‍Shared ‍Space ‍niets ‍aan ‍prfielen. ‍Er ‍is ‍de ‍ruimtelijke ‍vraag ‍in ‍drie ‍dimensies ‍nodig ‍voor ‍(stilstaande ‍en ‍bewegende) ‍gebruikers ‍van ‍en ‍objecten ‍in ‍de ‍openbare ‍ruimte.
‍In ‍deze ‍ontwerpprincipes ‍staan ‍lengte, ‍breedte, ‍hoogte ‍maar ‍ook ‍boogstralen ‍per ‍gebruiker ‍van ‍de ‍openbare ‍ruimte. ‍Hierdoor ‍wordt ‍het ‍aantal ‍artikelen ‍over ‍Erftoegangswegen ‍in ‍de ‍ASVV ‍versimpeld. ‍Ook ‍kan ‍Shared ‍Space ‍zo ‍een ‍plek ‍krijgen ‍in ‍de ‍bijbel ‍voor ‍verkeerskundigen.
‍Voor ‍ruimtelijk ‍ontwerpers ‍ontstaat ‍zo ‍de ‍flexibiliteit ‍waarnaar ‍ze ‍zo ‍lang ‍al ‍zoeken. ‍Er ‍ontstaat ‍een ‍shared ‍space ‍voor ‍verkeerskundigen, ‍stedenbouwkundigen ‍en ‍landschapsarchitecten. ‍Samen ‍kan ‍worden ‍gezocht ‍naar ‍de ‍beste ‍oplossing ‍voor ‍de ‍specifieke ‍plek ‍en ‍het ‍specifieke ‍probleem. ‍De ‍geest ‍van ‍de ‍plek, ‍de ‍Genius ‍Loci, ‍krijgt ‍een ‍plek ‍in ‍het ‍ruimtelij ‍domein.
‍De ‍poorten ‍van ‍het ‍verkeerskundig ‍fort ‍worden ‍geopend ‍voor ‍de ‍dialoog.

Meer om te bekijken:

Back to Top