Een melkveebedrijf in het westen van Nederland wil het bedrijf voortzetten middels duurzame bedrijfsvoering. Hiervoor maken ze al sinds de jaren '50 van de vorige eeuw kleinschalige wijzigingen in het bedrijf en de kavels.
Het bedrijf doet mee aan een pilot van de provincie om het inklinken (verbranden) van het veen tegen te gaan. Hiervoor is druk drainage aangelegd in de weilanden. Om dit goed te laten werken is het noodzakelijk om de weilanden te vergroten.
Op basis van een vergunning van het waterschap heeft het bedrijf sloten gedempt. Hierop is bezwaar gemaakt bij de gemeente die vervolgens is gaan handhaven. Het bedrijf heeft idverde gevraagd om een advies te schrijven over hoe kavelvergroting plaats zou kunnen vinden in dit landschap.
Uit de analyse van de omgeving kwamen twee zaken:
1) De kavels zijn vooral georiënteerd op de lengterichting, dwarssloten zijn voor de beleving van het landschap minder belangrijk en vertellen minder over de ontginning van het gebied.
2) In de afgelopen eeuw zijn er verscheidene kavelvergrotingen geweest die de oriëntatie van het kavelpatroon hebben aangetast.
De uitdaging voor de gemeente en het melkveebedrijf is dan ook om niet te polariseren, maar om met elkaar in gesprek te gaan om te zoeken naar kansen en mogelijkheden in de gulden middenweg.
Het plan waarop het waterschap een vergunning heeft verleend verandert het kavelpatroon teveel in blokvormige kavels die niet passen in dit landschap. Hierop heb ik een voorstel gemaakt waarbij een aantal gedempte sloten weer open wordt gegraven en anderen gedempt, zodat de dominante kavelstructuur versterkt wordt en toch kavelvergroting plaats kan vinden.